Fiscaal kort geding / voorlopige voorziening

In zaken met een een spoedeisend belang kunt u ook in fiscale zaken de voorzieningenrechter van de belastingkamer van de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Dit wordt wel het fiscaal kort geding genoemd.

Een voorlopige voorziening kan alleen worden gevraagd indien er een bezwaarschrift of beroepsschrift is ingediend (connexiteitvereiste).

Voorbeelden van zaken waarin een fiscaal kort geding een oplossing kan bieden:

  • Schorsen van de invordering van de een onjuiste aanslag, indien geen uitstel van betaling is verleend.
  • Aanvechten van een door de inspecteur opgelegde informatieverplichting.
  • Het vorderen van de verstrekking van dossierstukken uit het belastingdossier.

De uitspraak van de voorzieningrechter heeft een voorlopige karakter. Deze zal worden vervangen door de (bodem)rechter die zich uiteindelijk over het beroepzaak moet uitspreken. De voorzieningenrechter kan wel beslissen om ook onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. Dit wordt wel “kortsluiting genoemd”. 

Auteur: mr. P.E.E.G. Miedema (laatst gewijzigd: 2 december 2015)